Voordat u zeker weet dat uw hoortoestel defect is, is het belangrijk om eerst onderstaand lijstje af te werken:
1. Check de batterij met een batterijtester. Indien nodig, vervang de batterij.
2. Controleer of het oorstukje niet verstopt zit. Indien nodig, maak het oorstukje schoon met een schoonmaaksetje. Let op dat je het slangetje en oorstukje goed droog blaast met een blaasbalgje, één druppel water kan het slangetje volledig afsluiten.
3. Controleer het slangetje op kleine scheurtjes of knikjes. Door het in- en uitdoen van het slangetje, kan het namelijk slijten. Vervang het slangetje als je knikjes hebt ontdekt.
4. Maak het slangetje schoon. Maak het los van het hoortoestel en steek het meegeleverde zwarte draadje door het slangetje. Vervang het slangetje indien nodig.
5. Controleer of het filter verstopt zit. Door het gehoortoestel iedere avond schoon te maken met een vochtige doek voorkom je verstopping. Indien noodzakelijk, vervang het filter.
6. Bij hoortoestellen in het oor is het belangrijk om de microfoonopening altijd schoon en open te houden voor een goede geluidskwaliteit. U kunt hiervoor een zacht borsteltje gebruiken. Door licht over de opening(en) te strijken, verwijdert u het vuil eenvoudig van het microfoontje.
Werkt uw gehoorapparaat nog steeds niet? Neem dan contact met ons op.